“We gaan een speurtocht maken over de campus van de Erasmus Universiteit. Hier ben ik vaak te vinden.”

“We gaan bijna echt van start! Eerst wil ik graag jullie basisschool vergelijken met die van mij, de universiteit. Hoe heet bij mij bijvoorbeeld een juf of meester en hoe noemen we de lessen?”

“Als ik een lange dag heb gehad op de universiteit, vind ik het fijn om te gaan sporten. Stel dat jij hier zou studeren op de universiteit, net als ik. Welke sport zou jij dan gaan doen aan het eind van de dag? ”

“Dit is een van mijn favoriete plekken op de campus. Als ik zin heb om iets lekkers te eten of met mijn vrienden te chillen, kom ik hier graag. Je kan hier lekker eten, er is keuze genoeg!”

“Deze kleuren staan hier niet voor niets. Ze hebben een bepaalde betekenis. Elke kleur op deze muur staat voor een andere faculteit van de universiteit. ”

“Omdat we met zoveel mensen hier zijn op de universiteit, is het wel handig om een kapper en een fietsenmaker op de campus te hebben. ”

“Aan het begin van het jaar is het feest! Want dan wordt het collegejaar (schooljaar) met alle studenten en docenten geopend. Alle professoren trekken dan hun toga (dat is de zwarte kleding) aan en zetten hun baret op (dat is de pet).”

“Na drie of vier jaar studeren op de universiteit, haal je je diploma. Daar kijk ik erg naar uit! Als je geslaagd bent, is het een gewoonte om een foto te maken met je diploma bij dit Erasmusbeeld.”

“Jullie staan nu voor de grootste zaal van de Erasmus Universiteit Rotterdam, de aula. In deze zaal passen wel 882 mensen. Als de deur open is en de zaal leeg is, mag je wel even een kijkje nemen."

“We gaan nu naar de bibliotheek van de universiteit, daar kom ik elke week wel een paar keer. Mijn vraag aan jullie is: Wat doe ik hier als ik in de bibliotheek ben?”

“Als ik van de bibliotheek naar mijn college (mijn les) loop, dan loop ik altijd over dit regenboogpad. Het ziet er niet alleen kleurrijk uit, maar het heeft ook een speciale betekenis.”

“Zoals je ziet lopen er veel mensen op de universiteit. Als je hier studeert, dan ben je een student. Al deze studenten studeren weer wat anders. De ene studeert geschiedenis, de ander economie. ”

“Een studie is een specifiek vakgebied waar studenten meer over leren. Voorbeelden van interessante studies zijn bijvoorbeeld: Milieuwetenschappen, Game Design en psychologie.”

“Op campus is van alles te vinden.”

“Wat neem je mee naar de universiteit? “Als ik naar de universiteit ga, neem ik een tas mee. Een schooltas dus eigenlijk. Wat moet je eigenlijk in je tas stoppen als je naar de universiteit gaat? Wat neem je dan mee?”

“Jullie hebben vast al gemerkt dat het hier best groot is. Er lopen veel mensen rond op deze universiteit! Raad jij hoeveel? Je mag jullie antwoord afronden op een duizendtal.”